‘Waar zijn de kinderen? Schat, waar zijn de kinderen?!’
We keken elkaar aan. Het bezoek aan de nieuwbouw in Maissin had hen niet kunnen boeien. Ze waren nergens meer te bekennen.
‘Theo? Ben?’
‘Zullen we de aardeweg afwandelen? Die leidt naar de rivier. Wedden dat ze daar zijn?’
We liepen voorbij weides met bonte koeien, paarden en blatende schaapjes tot aan een oude stenen brug. Aan de oever lag de perfecte picknickplek. Aan de overkant de belofte van een eindeloze boswandeling.
‘Wat een schitterende plek!’
‘Dat is de Pont de la Justice en de bovenloop van de Lesse,’ las David op zijn GSM.